Collectie Natuurkundige Commissie voor Nederlands-Indië > De Natuurkundige Commissie voor Nederlands-Indië

Na de nederlaag van Napoleon verkeerde Nederland in een deplorabele staat. Economisch, cultureel en wetenschappelijk was ons land verarmd. De kersverse koning Willem I stortte zich vol energie op de aanpak van deze problemen. Nederlands-Indië, tot aan de ‘Franse tijd’ in beheer bij de V.O.C., werd eigendom van de Nederlandse staat. Ter ondersteuning van de ontginning van dit nieuw verworven eigendom stelde de Koning in 1820 de Natuurkundige Commissie voor Nederlands-Indië in.

Batoe-Gantong.

De commissie diende zowel een economisch als een wetenschappelijk doel: het onderzoek naar delfstoffen en het in kaart brengen van de flora en fauna van de Indonesische archipel. De commissie heeft in verschillende samenstellingen dertig jaar bestaan. Aan economische verheffing heeft zij weinig bijgedragen, maar haar belang voor wetenschappelijke ontwikkelingen in Nederland is aanzienlijk.

De commissie telde vier leden. Ze werden voor een periode van vier jaar uitgezonden en dienden zich in te spannen om zoveel mogelijk nieuwe planten, dieren en mineralen te verzamelen en te verschepen naar Leidse musea: het Rijks Herbarium en het Rijks Museum voor Natuurlijke Historie, de voorganger van Naturalis. Doordat de commissie regelmatig werd vernieuwd zijn uiteindelijk achttien personen uitgezonden. Verschillende van hen overleden in Nederlands-Indië. In de commissie zaten veel vooraanstaande wetenschappers. Onder meer Boie, Macklot, Diard, Bürger, Horner, Korthals, Overdijk, Forsten, Junghuhn en Schwaner werden voor kortere of langere tijd uitgezonden. In 1850 werd de commissie officieel ontbonden.

Voorbeelden uit deze collectie Collectie Natuurkundige Commissie voor Nederlands-Indië

Bekijk alle afbeeldingen uit deze collectie