De schatkist van het rijk > Met het oog op de kiezer, de lange weg van de (parlementaire) democratie (1848-1945)

Smokkel van jenever in darmen
Rijk of arm, iedere Nederlander betaalde in de vorige eeuw hoge accijnzen op aardappelen, brood, vlees en zout. Mede door de hoge prijzen at een deel van de bevolking levensmiddelen van slechte kwaliteit en raakte hierdoor ondervoed.

Toch durfde de regering het niet aan de accijnzen te verlagen. Zo'n verlaging moest immers door nieuwe belastingen worden opgevangen. Met name de gegoede burgerij en andere welgestelden, die over kiesrecht beschikten, zouden de dupe worden van eventuele nieuwe belastingen op het inkomen.Omstreeks 1850 pleitten liberale politici onder leiding van Thorbecke voor het afschaffen van diverse accijnzen. Deze belastingen belemmerden namelijk de handel en nijverheid.

Aanvankelijk weigerde de regering accijnzen af te schaffen zonder dat daar inkomsten uit nieuwe belastingen tegenover stonden. Dankzij de toenemende inkomsten uit Indiƫ en de oplevende economie in de jaren vijftig konden diverse rijksaccijnzen zoals op schapen- en varkensvlees en brandstoffen worden afgeschaft.

Na invoering van de gemeentewet, waarin de financiƫle verhouding tussen de gemeenten en het rijk werd geregeld, volgde in 1865 de afschaffing van alle gemeentelijke accijnzen.

< Vorige periode: 1814-1848   |   Volgende periode: 1945-heden>

Terug naar de pagina Beknopte geschiedenis van de belastingen.

Voorbeelden uit deze collectie De schatkist van het rijk

Bekijk alle afbeeldingen uit deze collectie