Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies voor het optimaliseren van de gebruikservaring.

  • functionele cookies

    Functionele cookies zijn noodzakelijk om de goede werking van deze website te garanderen. 

  • analytische cookies

    Cookies van Google Analytics en Hotjar worden door deze website gebruikt voor het anoniem analyseren van het gebruik van de website. 

  • tracking

    Deze website maakt optioneel gebruik van de zogenaamde Facebookpixel (tracking cookie) om advertenties te plaatsen die voor jou interessant kunnen zijn. Meer informatie over de privacy-aspecten hiervan is te vinden op Facebook

Ga naar content
Familie

Vondelingen met een bijzondere achternaam

Rond 1800 trok er een golf van armoede door de stad Amsterdam. Grachten waren vervuild, huizen onveilig en er heerste hongersnood. Van de welvaart uit de 17e eeuw was weinig meer over. Met de toename van armoede werden steeds meer kinderen te vondeling gelegd. Tegenwoordig komt het zelden voor, maar in 1810 werden wel honderden baby’s op de stoep achtergelaten. Vaak in de buurt van een weeshuis, soms met een briefje met hun naam erop.

Briefjes van wanhoop

Zo is terug te lezen op de briefjes dat moeders ‘uijt armoede’ en ‘groote hongersnoot’ niet meer wisten hoe ze voor hun kindje moesten zorgen. Een moeder schreef:  ‘weijl het tegen de winter gaat, en de teijden slegt zijn’. Meestal ging het om moeders die er alleen voor stonden, omdat ze weduwe waren of verlaten door hun man. Maar ook om vrouwen van zeelieden, die soms jarenlang wegbleven of de tocht niet overleefden. Steun die door de stad of kerk werd aangeboden was bedoeld voor moeders met wel vier of vijf kinderen. Met als gevolg dat veel vrouwen met een kleiner aantal kinderen onder ‘de blote hemel’ sliepen. Zij besloten uit wanhoop een kind af te staan, uit angst dat het niet zou overleven.

Min zorgde voor de allerkleinsten

Nadat een kind te vondeling was gelegd werd het tot de leeftijd van vier jaar ondergebracht bij een min. Dit was een vrouw die, vaak naast de zorg voor haar eigen kind, een ander kind in huis nam. In de praktijk gaf deze vrouw ook borstvoeding, als ze hier voldoende melk voor had. Anders kreeg het kind pap, die vaak van slechte kwaliteit was. Veel vondelingen redden het niet bij de min, meestal omdat ze bij binnenkomst al ernstig verzwakt waren.

Weeshuis voor de grotere kinderen

Als de kinderen vier jaar werden gingen ze naar een weeshuis. Door armoede waren ook hier de omstandigheden verre van goed. Kinderen lagen vaak met zijn tweeën in een kribbe of wel met vijf kinderen om en om in één bed. Hoezeer de regenten en huismoeders ook hun best deden, de huizen raakten overvol en dat ging ten koste van de aandacht die ze konden geven.

Bijzondere achternamen als Champagne en Secreet

Niet bij elke vondeling lag een briefje met hun naam erop vermeld. Veel kinderen kwamen zonder naam in het tehuis terecht. De regenten van het weeshuis kozen dan een naam voor het kind, soms met verrassende uitkomst. In de innameboeken zijn soms verwijzingen te vinden naar de plek waar de vondeling gevonden is. Zo lag Anna Champagne op de stoep van een wijnkoper. Maar Maria Secreet had minder geluk, haar achternaam verwijst naar de openbare wc aan de Leidsepoort in Amsterdam. En zo zal Anna Schoen op de stoep van een schoenmaker hebben gelegen.