Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies voor het optimaliseren van de gebruikservaring.

  • functionele cookies

    Functionele cookies zijn noodzakelijk om de goede werking van deze website te garanderen. 

  • analytische cookies

    Cookies van Google Analytics en Hotjar worden door deze website gebruikt voor het anoniem analyseren van het gebruik van de website. 

  • tracking

    Deze website maakt optioneel gebruik van de zogenaamde Facebookpixel (tracking cookie) om advertenties te plaatsen die voor jou interessant kunnen zijn. Meer informatie over de privacy-aspecten hiervan is te vinden op Facebook

Ga naar content
Aan het werk

Pioniers uit de kraamzorg

Marie Steverink-Braam en haar zus Alie behoorden tot de eerste kraamverzorgsters die in 1950 van de opleiding kwamen. Hun pioniersjaren bestonden uit hard werken en avontuur. In hun dorp Netterden in de Achterhoek hadden slechts twee gezinnen een telefoon.

 

In het holst van de nacht
Als er een bevalling aanstaande was belde het kraamcentrum naar de bakker om de kraamverzorgster te waarschuwen. Vaak moest Marie in het holst van de nacht op pad om te helpen bij een bevalling. “Ik ging op het licht af. Waar licht brandde daar belde ik aan. Meestal hielpen zij mij dan verder” vertelt Marie.

Met de brommer over de autoweg
Transport was een knelpunt in de Gelderse regio waar ze werkten. Marie en Alie besloten om allebei een brommer aan te schaffen. Het waren de eerste bromfietsen van het dorp. Marie en Alie waren in voor wat avontuur en wilden best elders in het land helpen. Toevallig waren de zussen allebei aan het werk in de buurt van Emmeloord. Ze besloten om deze lange reis met de brommer te doen. “Je mocht toen nog op de autoweg rijden. Dat was een fantastische ervaring! Zo samen met zijn tweeën scheurend over de autoweg, zes uur lang. Eenmaal thuis viel bij Alie de motor van de brommer.”

Armoede bij gezinnen
Na een bevalling werkten ze tien dagen bij een gezin. Het loon was zes gulden bruto per dag. Marie kwam ook bij verwaarloosde en heel arme gezinnen, waar nauwelijks eten en drinken was. Soms nam ze dan eten van thuis mee. “Ik zorgde er altijd voor dat de kraamvrouw een stukje vlees kreeg om aan te sterken”. Marie was eens bij een gezin waar het veertiende kind werd geboren. “Na de bevalling werd de jongste uit het ledikantje gepakt en in een ander bed gestopt. Zo kwam de baby in een ‘warm’ wiegje.”

De 'cultuur van het thuis bevallen' is in 2020 toegevoegd aan de Inventaris Immaterieel Erfgoed.