De schatkist van het rijk > Betalen voor grond, weg, water en lucht, de regalia der frankische koningen (500-1300)

Tolhuis Lobith
Na de ineenstorting van het Romeinse rijk rond 500 n. Chr. namen Franken de macht over. De handel zakte in en er was weinig geld in omloop. Onder bescherming van de koning of de landheer woonden horigen en vrije boeren in besloten dorpsgemeenschappen.

De Frankische koning beschikte over de regalia. Alle rechten over het grondgebied, de weg, het water en de lucht behoorden hem toe. Iedereen betaalde daarom aan de koning een "belasting in natura" voor het jachtrecht of voor het gebruik van landbouwgrond of de windmolen.

Portret van Dirk IVrijwel het hele jaar door reisde de Frankische koning in zijn uitgestrekte rijk. Tijdens die reizen zorgden de onderdanen voor het levensonderhoud van de vorst en zijn uitgebreide hofhouding. De hofhouding bestond onder meer uit hoge ambtenaren en medewerkers van de vorst. Als beloning voor hun diensten kregen deze graven en bisschoppen geen geld, maar rijke landbouwgronden in leen. Zij werden leenman van de koning. Op hun beurt gaven zij een gedeelte van de grond weer in leen aan anderen.

Vanaf de negende eeuw kregen de machtigste graven en bisschoppen immuniteitsrecht. Dit hield in dat de koning vrijwel alle rechten over de in leen gegeven domeinen opgaf. De graaf of bisschop mocht voortaan zelf rechtspreken en belasting heffen.

Volgende periode: 1300-1579>

Terug naar de pagina Beknopte geschiedenis van de belastingen.

Voorbeelden uit deze collectie De schatkist van het rijk

Bekijk alle afbeeldingen uit deze collectie