De schatkist van het rijk > De steden heffen accijnzen, de graaf verkwanselt zijn rechten (1300-1579)

Plattegrond van Kampen
Dankzij het gebruik van nieuwe landbouwmethoden steeg vanaf de elfde eeuw de productie van granen. Terwijl vele mensen in de landbouw bleven werken, konden anderen zich specialiseren in het uitoefenen van een ambacht. En weer anderen verhandelden goederen naar binnen- en buitenland. Het geldverkeer bloeide op.

De ambachts- en kooplieden vestigden zich in steden, die vaak op het knooppunt van land- en waterwegen waren gelegen. Binnen de stadsmuren werden vele belastingen geheven.

Gedwongen door geldgebrek, verkochten graven en bisschoppen een gedeelte van hun rechten aan de stadsbesturen. Bijvoorbeeld het recht om een stadsmuur te bouwen, munten te slaan, een jaarmarkt te houden en het recht om allerlei belastingen te heffen.

Het stadsbestuur gebruikte de belastinginkomsten voor het onderhoud aan wegen, muren en andere verdedigingswerken. Ook de salarissen van de bestuurders en ambtenaren werden uit de belastingopbrengsten betaald.

Op financieel en fiscaal gebied hebben de steden vele nieuwe methoden ingevoerd zoals bij voorbeeld een geregelde boekhouding en allerlei meet- en weegtechnieken om de belastingen op genots- en voedingsmiddelen (accijnzen of imposten) exact te kunnen vaststellen.

< Vorige periode: 500-1300   |   Volgende periode: 1579-1795>

Terug naar de pagina Beknopte geschiedenis van de belastingen.

Voorbeelden uit deze collectie De schatkist van het rijk

Bekijk alle afbeeldingen uit deze collectie