Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies voor het optimaliseren van de gebruikservaring.

  • functionele cookies

    Functionele cookies zijn noodzakelijk om de goede werking van deze website te garanderen. 

  • analytische cookies

    Cookies van Google Analytics en Hotjar worden door deze website gebruikt voor het anoniem analyseren van het gebruik van de website. 

  • tracking

    Deze website maakt optioneel gebruik van de zogenaamde Facebookpixel (tracking cookie) om advertenties te plaatsen die voor jou interessant kunnen zijn. Meer informatie over de privacy-aspecten hiervan is te vinden op Facebook

Ga naar content
Liefde

Steeds blijf ik u beminnen

Niemand kijkt er tegenwoordig van op als je je partner hebt gevonden via internet. Maar hoe ging dat toen er nog geen internet en mobieltjes waren? Het plaatsen van een advertentie in de krant was soms de enige manier om met een ander in contact te komen. Op het Instagram account ‘Liefde van toen’ verzamelt journalist Mark Traa liefdesoproepen uit vervlogen tijden. In krantenadvertenties plaatsten onze voorouders anonieme berichten bestemd voor hun minnaar, geliefde of weggelopen partner.

Een heleboel uiteenlopende verhalen

De mooie vormgeving en het prachtige taalgebruik van de advertenties trokken Traa zijn aandacht. De verhalen lopen uiteen van mensen die een ander zoeken, over een ontmoeting op straat, een partner die is weggelopen of een afspraakje dat niet is komen opdagen. Ze probeerden via een krantenadvertentie een ontmoeting te regelen, hun liefde te verklaren of te laten weten dat de liefde over was. Er staan inmiddels ruim 1500 posts op zijn Instagram account. De advertenties zijn afkomstig van Delpher.

Anoniem

De advertenties waren per definitie anoniem. Het waren geheime berichten tussen twee personen. Ze gebruikten initialen, koosnaampjes en codewoorden. Slechts een enkele keer wordt een naam voluit geschreven. De krant bood (aanstaande) geliefden ook een mogelijkheid om via een ‘officieuze’ weg met elkaar in contact te komen. Iemand liet via een advertentie weten dat er een afhaalbrief lag te wachten: bij een kiosk, boekwinkel of postkantoor. De brief had ter herkenning een code: initialen, een naam of codewoord, bijvoorbeeld ‘Lentebloempje’. Door in de winkel de code te noemen kreeg de ontvanger de brief mee. Zo konden posterijen worden omzeild en geheime minnaars elkaar schrijven. In de praktijk ging het regelmatig mis met deze afhaalbrieven. Bovendien was het ook maar de vraag of de persoon in kwestie de advertentie überhaupt wel had gezien.