Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies voor het optimaliseren van de gebruikservaring.

  • functionele cookies

    Functionele cookies zijn noodzakelijk om de goede werking van deze website te garanderen. 

  • analytische cookies

    Cookies van Google Analytics en Hotjar worden door deze website gebruikt voor het anoniem analyseren van het gebruik van de website. 

  • tracking

    Deze website maakt optioneel gebruik van de zogenaamde Facebookpixel (tracking cookie) om advertenties te plaatsen die voor jou interessant kunnen zijn. Meer informatie over de privacy-aspecten hiervan is te vinden op Facebook

Ga naar content
Wonen

Huizen van aankomst

Na de Tweede Wereldoorlog arriveerden zo’n honderdduizend Indische Nederlanders in Nederland. De woningnood was zo hoog dat op allerlei plekken naar woonruimte gezocht moest worden. Zo kregen Indische repatrianten onderdak in leegstaande hotels, pensions, landhuizen en vakantieparken. Voor nabestaanden van omgekomen verzetsstrijders en officieren werd zelfs op laste van koningin Wilhelmina een vleugel van Paleis het Loo ingericht. Maar ook minder aangename plaatsen, zoals voormalig Kamp Westerbork, werden opengesteld voor opvang.

Namens de overheid verscheen in 1950 in alle landelijke dagbladen een oproep aan hotel- en pensioneigenaren om een huurcontract aan te gaan met Indische Nederlanders. Zodoende woonden sommige Indische gezinnen jarenlang tegen betaling in contractpensions. Waar veel Indische repatrianten hoopten te zullen terugkeren, bleek dit voor velen een illusie. Vaak bleven ze in Nederland om tot hun dood hun huurschulden af te betalen.

In 1947 werd in de Woonruimtewet een beschikking opgenomen voor mensen die hun eigen woning wilden delen. Hierdoor konden meerdere gezinnen op hetzelfde adres wonen. Deze wetswijziging leverde niet voldoende ruimte op en dus werd het beleid strenger.